vrijdag 7 mei 2010

Als er een olifant over de dam is volgen er meer

4 mei. In alle haast vertrok ik bij degene waar ik snel een hap naar binnen had gepropt. Als een bliksemschicht passeerde ik vloekend hordes mensen die ook de koningin wilden bewonderen. ‘Waar was ik aan begonnen? Ik ga nooit naar de Dam!’, mopperde ik in mezelf. Ik wierp mijn fiets tegen de eerste de beste paal, pikte vriendinnen op en we galoppeerden op onze hakken naar de Dam. Het was iets voor acht en we stonden dus redelijk achteraan de massa. Op een enorm scherm konden we zien wat er voor ons zich afspeelde. Net een openluchtbioscoop.
20.00. Het Taptoesignaal. 2 minuten stil zijn was de bedoeling. Zoals altijd keek ik naar de grond en probeerde ik mij te concentreren in het moment.
Opeens steeg er een enorm irritant gegil uit de mensen massa op. Ik keek mijn vriendinnen aan en dacht: ‘wat een vervelende toeristen die de rust willen verstoren.’ Op dat moment vond ik mezelf weer vervelend dat ik ‘de toeristen’ weer de schuld moest geven, waarom niet gewoon mijn eigen medemens?’ We waren in ieder geval volledig uit onze concentratie. Het gegil steeg niet alleen op maar verspreidde zich ook in de lichamen van de mensen en veroorzaakte een golf rennende angstige olifanten. We werden overspoeld en meegetrokken. Doodsangst was van veel gezichten af te lezen. Vrouwen die om hun kinderen riepen, brillen die verloren waren in het gevecht met de angst en huilende geluiden vulden de straten. Terwijl ik een kogel of golf van explosie in mijn rug verwachtte baande ik me al duwend en moeilijk rennend op mijn hakken over de ‘kinderhoofdjes’ een weg naar een ‘veilige’ plek om dit te voorkomen. Ondertussen hoorde ik tussen de angstkreten door mensen roepen ‘rustig, rustig’. Ik moest gelijk denken aan vroeger wanneer we een brandoefening op school hadden, waarbij de belangrijkste regel was : ‘rustig blijven’. Uit eigen ervaring constateerde ik nu dat dit in ‘echte’ noodsituaties niet op ging en negeerde dit met vele anderen dus ook volkomen. Vanuit mijn ‘veilige’ plekje zag ik een vriendin in tranen tussen de massa verstijfd staan. Ik gebaarde hun naar het ‘veilige’ plekje en we waren weer herenigd. Trillend en in tranen keken we elkaar vragend aan. ‘Wat is er in G-naam aan de hand?’ Al snel werd duidelijk dat er niets ‘ernstigs’ aan de hand was, maar wat er dan wel was, was nog onduidelijk.
Een paar minuten stonden we daar ‘om het veilige hoekje’. Beduusd dropen we af via de Kalverstraat naar Frascati, waar nog een voorstelling op ons wachtte. Bezonken rood. De Dam wilde we die avond niet meer betreden. En ik beloofde mezelf plechtig dat dit de eerste en laatste keer Dam op 4 mei was. In de wandeling naar de Nes werden we geconfronteerd met tientallen mensen die bebloed, verzwikt of flauwgevallen waren. Unaniem besloten we dat alcohol het enige was wat ons weer een beetje zou kunnen vullen met positiviteit en ontspanning. Dus zo gezegd zo gedaan, zaten we ongeduldig en veel te snel te slurpen uit onze wijnglazen. Maar om te zeggen dat het hielp. Nee.
De voorstelling begon, mooi was het, maar wel een nog zwaardere stempel op de al zware avond. Daarna was slapen het enige wat ik nog wilde. Dus dat deed ik.
5 mei. 7.30, de wekker. Ik draaide me op mijn rug en staarde even in het donder van de ochtend. Een kater. Niet van de alcohol, want deze had niet rijkelijk gevloeid, maar was beperkt gebleven tot een glas. Nee, het was een doffe, onbestemde kater. Een vreemd gevoel. Ik schoof mijn bed uit en bekeek mijn vermoeide lichaam in de spiegel. Een enorme blauwe plek had zich gevormd op mijn kuit. Ik zette het nieuws aan en smeerde een boterham met pindakaas. Al snel werd het duidelijk dat hetgeen wat gister de verpletterende olifanten massa veroorzaakte een schreeuwende man was verkleed in een Joods Orthodoxe kostuum. Jaren geleden zou dit niet tot deze enorme paniekreactie hebben geleid. Dat is het enge, dat er zoveel angst in de mens zit door de ‘stille’ oorlog die er gevoerd wordt waarvan we de helft niet eens weten. Met deze nare naakte waarheid vervolgde ik mijn weg naar de douche en uiteindelijk op mijn stalen ros naar mijn werk om mijn dag in ‘vrijheid’ te beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.